donderdag 31 mei 2012


Repetitie 6- Wat zeggen de beelden als ze een geheel vormen?

Ik heb de afgelopen weken bijgehouden aan welke beelden en scenes ik verder wil werken. Ze zijn voor mij interessant, mooi en passen bij het thema. Bijvoorbeeld een kluitje mensen die rustig door de kapel lopen achter hun neus aan, af en toe stoppen en hun neus intrekken, en dan weer verder lopen. Of twee ruggen die tegen elkaar aanliggen en steun zoeken bij elkaar (zie foto vorige blog). Of een tekst over het benauwd hebben, terwijl de actrice in een ongemakkelijke houding tegen de muur ligt.

Ik heb thuis een eerste volgorde gemaakt en we proberen uit hoe dit werkt. Patrick Feijen (dramaturg en schrijver) komt kijken. Hij zal er de volgende weken vaker bij zijn.

Ik ben aangenaam verrast door het geheel. De beelden gaan (voor mij) allemaal over een groep,angst en hoe daarmee om te gaan. De kleuren van de kostuums en de kapel zorgen voor een rustige eenheid. De beelden moeten allemaal nog preciezer worden uitgewerkt  en ik zou willen dat het publiek als het ware wordt meegezogen in het geheel. Hoe bereik ik dit? Daarvoor moet het een vloeiend geheel worden en moeten de beelden een bepaalde zeggingskracht hebben. Maar wanneer is dit duidelijk genoeg voor het publiek? Wat zeggen de beelden in de volgorde zoals die nu is? Hoe gebruik ik geluid of muziek die de beelden versterkt, maar niet teveel invult? De komende (openbare)repetitie ga ik gebruiken om deze vragen aan het publiek te stellen.

Omdat we vandaag werken op ‘halve’ kracht (er is een speelster ziek en een deel van de groep voelt zich niet lekker)  besluit ik dat we het, voor nu, hierbij laten.
In de middag gaan we een ijsje eten in de Steenstaart. Voor onze ogen speelt zich een real life theaterstuk af. Een Indiase oude vrouw hangt voorover gebogen in een auto met harde muziek, haar ijsje staat weg te smelten op het dak. Ondertussen komt er een  dronken man aan met halve liter bierblikken in een slap kartonnetje. Het karton scheurt, de biertjes rollen over straat, de vrouw draait zich om en zegt iets onverstaanbaars. Op hetzelfde moment komt er een Surinamer met gouden tanden en een vuilniszak uit de ijssalon die zich ermee bemoeit, ze vechten bijna. Ondertussen komt er een man in een rolstoel aan de zuurstof langs gereden die de bierblikjes probeert te ontwijken en schuiven wij steeds meer tegen elkaar aan, omdat de dronken man zo dicht mogelijk bij ons en onze ijsjes wil zitten. We zitten een beetje klem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten